visie

‘Wat is ECHT?’ vroeg het Konijntje op een dag, toen ze naast elkaar lagen, vlak bij de haard in de kinderkamer [..]
‘Betekent het dat je van binnen iets hebt dat zoemt en van buiten een palletje?’
‘Echt is niet hoe je gemaakt bent’, zei het Leren Paard. ‘Het is iets dat met je gebeurt. Als een kind lang, heel lang van je houdt, niet alleen om met je te spelen, maar ECHT van je houdt, dan word je ECHT.’
‘Doet dat pijn?, vroeg het Konijntje.
‘Soms wel’, zei het Leren Paard, want hij sprak altijd de waarheid. ‘Als je Echt bent, dan geef je er niets om dat het pijn heeft gedaan.’
‘Gebeurt het allemaal ineens, net als opgewonden worden’, vroeg hij, ‘of stukje voor stukje?’
“Het gebeurt niet allemaal ineens’, zei het Leren Paard. ‘Je wordt het gewoon. Het duurt een hele tijd. Daarom gebeurt het niet vaak met dingen die gemakkelijk breken, of scherpe randen hebben, of heel voorzichtig behandeld moeten worden. In het algemeen ben je tegen de tijd dat je ECHT wordt, meestal kaalgeknuffeld, en je ogen zijn eruit gevallen en je poten bengelen erbij en je ziet er haveloos uit. Maar dat geeft allemaal niets, want als je eenmaal Echt bent, ben je niet lelijk meer, behalve voor mensen die het niet begrijpen.’

Bovenstaande tekst is een fragment uit het (prenten-) boek ‘Het Fluwelen konijn’ van Margery Williams

Ik gebruik deze tekst graag om uit te leggen wat ik onder yoga versta. Vooropgesteld dat yoga het alledaagse leven inhoudt, dat wat/wie we zijn, precies is wat/wie we moeten zijn, bestaat bij welhaast iedereen de behoefte om die zijnstoestand te veranderen. De reden daarvoor ligt diep in ons verborgen, maar heeft zonder twijfel te maken met het diepgewortelde idee dat we onvolledig of incompleet zijn. Er mankeert iets aan ons. We zijn doorgaans niet tevreden met wie en hoe we zijn. Dus gaan we zoeken. Het leven zet de meesten van ons aan tot zoeken. Wát we zoeken zou je ‘geluk’ kunnen noemen. Onmiskenbaar wil ieder mens gelukkig zijn. Hoe we dat geluk denken te vinden verschilt van mens tot mens. Maar het is een ‘open deur’ als ik stel, dat het zoeken ervan in de buitenwereld ons niet zoveel, c.q. niets oplevert. Dat besef breekt door. Het fluwelen konijn wil écht worden. Misschien is om die reden in deze tijd de belangstelling voor yoga, mindfulness, meditatie etc. zo ontstellend groot. De bereidheid bestaat steeds meer om in plaats naar ‘buiten’ gericht te zijn, onze blik naar binnen te richten. En al snel zal blijken, dat die zoektocht wél de moeite waard is in het proces van écht-ZIJN.

Mijn (eigen) ervaring is, dat ons ego in relatie tot anderen en de voortdurende wisselende situaties in ons leven ons in de eerste plaats daarin de weg kan wijzen. Ondervinden we doorgaans hinder van de werkingen van ons (super-) ego, als we de moeite nemen ons zelf te ‘bestuderen’ in dergelijke situaties, kan het zomaar gebeuren, dat we de boodschappen die ze bevatten gaan ‘zien’. Boodschappen die ons brengen bij onze tot dan toe verborgen gebleven kwaliteiten. Boodschappen ook die je aanzetten tot een andere kijk (darshana) op de ‘werkelijkheid’. Door je over je gangbare reactie heen te tillen, kan je een gevoel van overwinning ervaren. Een overwinning op jezelf. En dat stemt je altijd vreugdevol, maakt je nederig en dankbaar. Je hebt een stukje van je échtheid ont-dekt. Het leven houdt van je, zoals het kind in het verhaal van het konijn houdt. Maar de knuffels die je van haar krijgt, voelen niet altijd als zodanig. Integendeel, net als het konijn heb je het gevoel dat het een pijnlijk en ongemakkelijk proces is. Toch hoor ik vaak mensen – meestal achteraf – na een uiterst moeilijke periode van hun leven zeggen, dat het ze ook zóveel heeft ‘opgeleverd’. (Als je Echt bent, dan geef je er niets om dat het pijn heeft gedaan.)

Uit bovenstaande tekst valt op te merken, dat yoga je kijk op de wereld verandert. Dat wat gangbaar was, kan zomaar 180 graden omgedraaid worden. Verwonderd kun je zomaar ont-dekken, dat je je door die omkering veel fijner voelt, dat het leven minder knelt, je ‘ik’ wat minder snel verkrampt. Na verloop van tijd kom je steeds meer achter de ‘waarheid’, wat inhoudt, dat je ontdekt dat je aldoor écht bent geweest, maar het alleen niet hebt beseft. Je hebt er aldoor overheen gekeken, terwijl het zó dichtbij was!

In de yogalessen worden je in de eerste plaats inzichten aangereikt die tot doel hebben erover na te denken, erop te reflecteren – of te mediteren zo je wilt – en als ze voor jou waar zijn, ze te integreren in je dagelijkse leven. Er wordt je niets opgedrongen. Je mag alles naast je neer leggen, tot het je later wellicht beter van pas komt. De betreffende inzichten zijn eeuwenoud en komen uit dat deel van de Veda’s, die de Upanishads worden genoemd. De wijsheid die ze in zich dragen zijn universeel en tijdloos. Ze reiken je de sleutel aan tot transformatie. Een lesthema dat zo’n wijsheid toelicht, kan een verandering teweeg brengen in je kijk op bepaalde dingen in het leven, zodat het, zoals eerder gezegd, ‘minder knelt, de ik-kramp eruit gaat, waardoor je je vrijer kunt gaan voelen. Bij de uitvoering van de lichaamshoudingen komt het niet aan op presteren. De oefeningen worden zoveel mogelijk vanuit een zgn. ‘open aandacht’ uitgevoerd. Kenmerkend voor deze werkwijze is, dat alles er kan/mag zijn, zonder dat de denkgeest zich daarmee bemoeit. Je voert de āsana’s uit vanuit je (tast)gevoel. Daardoor ga je je lichaam op een steeds dieper niveau ervaren en begrijpen. Je valt steeds meer terug in het ‘getuige zijn’ en gaat ervaren, dat in en om je heen alles zich moeiteloos voordoet; een inzicht dat zich steeds verder verdiept en dat je uiteindelijk via je ‘innerlijke getuige’ brengt bij ‘Bewustzijn’ – Dát, wat je werkelijk bent -. (Lees ook)

De adem neemt in alle lessen een belangrijke plaats in. Doordat zij symbool staat voor de verhouding van onszelf met het geheel, kan iedere verstoring van haar natuurlijke verloop dienen als object voor ons zelfonderzoek. Haar energetische betekenis zal blijken, als je uitdrukkelijk gaat inzien dat (langdurige) fysieke verkrampingen primair het gevolg zijn van het feit, dat je jezelf als een afgescheiden wezen ziet, met angst en onzekerheid als gevolg. Als we ons wijden aan ‘zuivere waarneming’, d.i. ongeconditioneerd waarnemen, wordt dat wat wordt waargenomen uiteindelijk teruggebracht tot het waarnemen zelf. Daardoor ontstaat meer ruimte en worden alle ervaringen (meer) transparant. (Lees ook)

Als medevreugde toeneemt, zien we dat het geluk van anderen ONS geluk is.